Epiloog

Epiloog
Het is al 8 jaar geleden, dat ik deze reis plande. Nu 8 jaar later hebben de souvenirs van mijn reis nog steeds een prominente plek op mijn vensterbank. Het Dalarna paardje, de 2 Noorse aardmannetjes en de Arctic Circle mok staan gebroederlijk naast elkaar.
In de wereld is er in die tijd veel veranderd. De Noorse fascist Breivik is in 2012 tot 21 jaar gevangenis veroordeeld. Niet langer, want de Noorse wet staat een langere straf niet toe. Het gedachtengoed van Breivik is daarentegen wijd verspreid. Rechts-extreme groeperingen duiken overal als paddestoelen op. In Nederland hebben er nu zelfs twee. Gelukkig vreten ze in dezelfde ruif, dwz de ene verdringt nu de andere. In Hongarije, Italië en Polen hebben ze zelfs een greep naar de macht gedaan. Zelfs in het beschaafde Duitsland, waar rechts-extreme gedachten bij wet verboden zijn, bestaat inmiddels een club, de AFD, die het bruine gedachtegoed een warm hart toedraagt. Pogingen van Steve Bannon, de gluiperige ex-handlanger van Donald Trump, om de agenda's van al de rechts-extreme clubs in Europa te groeperen, zijn tot nu toe mislukt.
Genoeg van al deze sombere geluiden. Wat mij opviel, was het Noorse gedrag na de aanslagen, was de enorme vastberadenheid, om vooral niet in paniek te raken, na wat toch de grootste ramp was, die het land trof op de Duitse bezetting gedurende de Tweede Wereldoorlog, na. Hier geen paniek zoals in Amerika na 911, maar de ingetogenheid, die het land nodig had in tijden van rouw.
Toen ik in 2014 weer in Noorwegen was, hielden discussies hoe om te gaan met het eiland zonder de nagedachtenis aan 69 jongeren te bezoedelen, aan.
Maanden na mijn thuiskomst lag er een document uit Zweden in de brievenbus. In Töre had ik een formulier ingevuld, ter bevestiging van mijn aankomst op het meest Noordelijke punt van de Botnische Golf. Hieronder zie je het bewijs.
Heerlijke landen, ik ga zeker nog eens terug!


Zaterdag 23-07-2011

Stockholm - Amsterdam, op de dag na Breivik
Vroeg op, koffie gehaald bij de receptie van de camping. Op de achtergrond braakt een TV de nasleep van de rampspoed, die Noorwegen trof, uit. Terror i Norge, luidt de alleszeggende kop. Met de auto naar het vliegveld Arlanda, hiervandaan een kleine 50 km. Onderweg stop ik bij een tankstation om de auto af te tanken, en zoveel mogelijk leeg te halen. Ladingen folders verdwijnen in de papiercontainer. Ik lever de auto in bij de verhuur, en pak de bus naar het terminal.
Zweden vanuit de lucht
Dom, ik ben uit de bus gestapt bij de aankomsthal, de vertrekhal is boven. Ik weet nu voor altijd wat het Zweedse woord voor lift is (hys). De automatische incheckkaart verkrijg ik probleemloos uit het automaat. Gewapend met incheck bewijs laad ik mijn bagage probleemloos in. Nu nog ruim 1,5 uur wachten op het vertrek.
In de wachtkamer vermaak ik mij als ik 2 vrouwen op middelbare leeftijd zie, die hun laatste Zweedse kronen omzetten in 2 theedoeken met Zweeds motief. Bij Ikea ongetwijfeld veel goedkoper.
Nogmaals vanuit de lucht.
Na ruim goed 1,5 uur vliegen zie ik de Johan Cruijff Arena onder mij. Hier speelt Ajax z'n thuiswedstrijden. Even later zet de piloot het toestel op een dusdanig lompe wijze neer, dat hij zich over de intercom verontschuldigde voor de ruwe landing. Met een understatement dat wel. "Ik ben wel eens zachter geland".
Johan Cruijff Arena
Een goed uur later ben ik thuis, wat een vakantie heb ik achter de rug. 
's Avonds zie ik, dat de Engelse zangeres Amy Winehouse is toegetreden tot de club van 27, net als Janis Joplin, Jimi Hendrix Kurt Cobain en Jim Morrison.
Een om meer dan één reden onvergetelijke vakantie is ten einde.

Vrijdag 22-07-2011

Stockholm, de stad van Millenium

Vandaag per trein naar Stockholm. Met de auto naar een grote stad is niet echt handig. De trein is in Zweden een prijzig alternatief, maar je krijgt er wel wat voor terug. Comfortabel gezeten zoef ik door het Zweedse land. Na 45 minuten remt de trein af voor het station Stockholm, het Centralstationen.
Stationshal Stockholm
Stockholm is de grootste stad van Scandinavië, gastheer van een groot aantal jaarlijkse evenementen. De belangrijkste is de jaarlijkse uitreiking van de Nobelprijzen voor natuurkunde, scheikunde, geneeskunde en literatuur rond 10 december, de sterfdag van Alfred Nobel. De uitreiking van de Nobelprijs voor vrede vind daarentegen in Oslo plaats. Na 3 weken in de outback van Scandinavië, maakt de stad een overweldigende indruk.
Mijn Lonely Planet stelt een stadswandeling voor, vanaf het Centralstationen langs Sergels Torg, vandaar met een lange lus naar de oude stad, Gamla Stan. Vanaf de oude stad is het een kleine kilometer terug naar het Centralstationen. Het moderne deel van Stockholm is al overweldigend. Sergels Torg is een gigantisch plein, met een enorme zuil in het midden. Hier demonstreert Zweden als er iets te demonstreren valt.
Segels Torg
Vandaag, hartje zomer is het geen dag voor een demonstratie. Hierna door naar de Kungsrädgården, de koninklijke tuin. Nu een groot stadspark, waar de bevolking van Stockholm komt zonnebaden. Ik loop van het standbeeld van de oorlogszuchtige Koning Karel XII, langs de Opera en eenmaal aan het water, loop ik linksaf de Riksbron ( rijksbrug ) op. Vanaf nu ben ik op het eiland Helgeandsholmen, waar het Zweedse parlement zetelt.
Nadat ik het eiland, via één van de vele bruggen, ben overgestoken, kom ik op het eiland Stadsholmen. Hier ligt Gamla Stan, het middeleeuwse hart van Stockholm. Gamla Stan is een toeristenmagneet, dat is te merken ook. Drommen mensen uit alle landen bevolken de straten. Tijd om rustig van water te genieten en de bootjes over de Riddarfjärden te zien varen. Een natuurlijk om een foto van een koninklijke gardist te maken, die exact dezelfde houding aanneemt als in Lonely Planet.
De oude stad is een labyrint van smalle straatjes, de smalste is de Mårten Trotzigs Gränd, 90 cm op z'n smalst. Andere schilderachtige namen zijn de Svartmangatan, de straat van de zwarte man, Prästgatan, de straat van de priester en de Köpmangatan, de straat van de koopman. Na een duur maar verdiend biertje op een terras, sluit ik Stockholm af. Aan de andere zijde van eiland, geniet ik nog van de zon. Aan de andere zijde van het water, het beroemde en imposante silhouet van het stadhuis van Stockholm.
Koninklijke gardist, op wacht voor het Koninklijk paleis
Op het station heb ik tijd om even op internet het nieuws af te kijken. Met een schok lees ik de eerste flarden van het nieuws over een aanslag in Oslo op de regeringswijk.
In de trein probeer in aan iets anders te denken. Eenmaal terug op de camping in Enköping spoel ik het zweet van mij af met een duik in het Malären meer.
Later op de avond hoor ik veel meer over de ramp, die Oslo en omgeving heeft getroffen. De Noorse fascist Breivik heeft 's middag een autobom laten ontploffen in de regeringswijk van Oslo, hierbij kwamen 8 mensen om het leven. Dit was Breivik nog niet genoeg. Breivik reed naar de Tyrifjorden, nam daar de pont naar het eiland Utøya waar een jeugdkamp van de Noorse sociaal democratische partij gehouden werd. Hier deed hij zich als een politieman, die een routine controle uitvoerde, nota bene na de aanslagen in Oslo. De zwaar bewapende Breivik ging op het eiland als een beest te keer. In het wilde weg vurend schoot hij 69 jongeren dood. De jongste was 14 jaar oud. Nadat hij een uur zijn gang kon gaan, is hij uiteindelijk gearresteerd.
Voor zijn daad publiceerde Breivik een manifest vol met de voor extreem rechts gebruikelijke totaal waanzinnige denkbeelden. Ook gaf hij toe een bewonderaar te zijn van Geert Wilders, de almachtige leider van de PVV. Geert, je bewonderaars kun je niet kiezen, maar je rare praatjes trekken gespuis aan.
Mårten Trotzigs Gränd, de smalste straat van Stockholm
Ik probeer de slaap te vatten, ik denk aan al die aardige Noren en Zweden, die ik ontmoet heb, vooral aan het gezin op de Svartisen gletsjer, slechts een kleine week geleden. Hoe is dit nu mogelijk. Het wordt tijd om weer naar huis te gaan.


Silhouet Stadhuis van Stockholm
Avond over het Mälaren meer

Donderdag 21-07-2011

Enköping, de dichtstbijzijnde stad

Weg uit Mora, rijd ik langs het fraaie Siljan meer naar Nusnäs. Nusnäs is de geboorteplaats van de Dalahäst, het Dalarna paard, een uit één stuk hout gesneden houten paardje. Ik heb vast voorgenomen zelf zo'n paardje mee te nemen als souvenir. De Dalarna paardjes worden uit dennenhout gesneden. Dit dennenhout wordt al voor de kap geselecteerd in de bossen rondom het Siljan meer. De houten blokken worden vervolgens met de hand gesneden. Direct na het snijden worden de houten paardjes in een grondlaag gedompeld. Deze laag toont eventuele oneffenheden, die worden opgevuld. Hierna worden de paadjes geschuurd en geverfd. Tenslotte worden met de hand een motief op het paardje geschilderd.
Dalarna paard voor Nusnäs 
In Nusnäs staan verkooppunten direct tegenover elkaar. Binnen ruikt het naar een Duitse bouwmarkt, vanwege de markante geur van zaagsel. De sfeer is echter veel beter. Ik verlaat de winkel met een traditioneel geschilderd rood Dalarna paardje, een symbool vol Zweedse traditie.
Ik rijd door naar Leksand, het laatste dorp aan het Siljan meer. Hier maak ik een korte wandeling langs het meer. Aan de oever van het meer tref ik een goed geconserveerd exemplaar van een oude houten kerkboot. Deze boot diende voor het vervoer van kerkgangers over het Siljan meer. Na de kerstening van Zweden moesten mensen als het ware naar de kerk. Vervoer over de weg was toen nog vrijwel onmogelijk, dus bood de boot over het meer de enige uitkomst. De boot was voor honderden jaren het enige betrouwbare vervoersmiddel om mensen en goederen te transporteren, totdat de verbetering van het wegenstelsel de boten overbodig maakte.
Kerkboot Leksand
Ik geniet nog lang van zon aan het meer. Hierna gaat mijn route naar Enköping aan het Mälaren meer. Zodra ik het Siljan meer verlaat wordt het landschap geleidelijk minder aantrekkelijk, saai zelfs. Na de eindeloze bossen in Lapland, en rotsbodem van Dalarna, wordt het nu een stuk eentoniger.
Mijn Enköping wordt door de toeristenmarketing wel de dichtstbijzijnde stad van Zweden genoemd. De geografische ligging van de stad is zodanig, dat binnen een straal van 120 km rondom de stad, 1/3 van de Zweedse bevolking woont.
Bij Enköping bereik ik mijn bestemming, de fraai aan de oever van het Mälaren meer gelegen Bredsand camping. Ik ben nu stuk dichter bij Stockholm, de camping is een stuk drukker, en het plekken zijn een stuk kleiner.
Eendjes op het Mälaren meer
Het Mälaren meer is een zeer jong meer. Gedurende Viking tijd was het meer nog baai van de Oostzee. Zeeschepen konden via de baai tot ver het Zweedse binnenland in varen. Het gevolge van post-glaciale opheffing, werden de toegangen steeds ondieper. De baai werd geleidelijk een meer.
Dezelfde post-glaciale opheffing maakte van Stockholm gelegen aan het Riddarfjärden een belangrijke stad, ten koste van Birka, het handelscentrum uit de Viking tijd. Birka raakte in de vergetelheid.
Laat ik nu morgen Stockholm bezoeken, als afsluiting van mijn reis.

Woensdag 20-07-2011

Mora, de finish van de Vasaloppet

De barbecue van gisteravond.
Het is woensdag, en al weer prima weer. Ik heb niets meer te eten, ga op bezoek bij de receptie, om aldaar iets te scoren. Hier krijg ik een kop thee voor niets en mag ik een Nederlandse verzamelkrant voor expats lezen. Ik voel me nu een stuk meer welkom dan gisteravond. Ik vraag waarom de kampeertafel waaraan ik gisteravond mijn worstjes gebarbecued heb, zo verrot is. Het antwoord is simpel. Door problemen met de afwatering van het Örklingen meer heeft de houten kampeertafel voor dagen onder water gestaan. Onenigheid met de waterbeheerder heeft eerder ingrijpen verhinderd. Ik wens de eigenaar veel sterkte met het verbeteren van de samenwerking met de waterbeheerder. Toch denk ik dat een iets actievere houder van de eigenaar bij de oplossing van het probleem heel veel help. Hij had ook de houten planken van de kampeertafel kunnen vervangen, alles is beter dan de boel door te laten rotten. Daarnaast kan een meer Scandinavisch karakter deze camping veel helpen. Geen keuken en geen toiletpapier is toch wel heel erg Nederlands. Daarvoor ben ik niet zo ver gereisd.
Het Vasaloppet museum
Vandaag ga ik de stad Mora bezoeken. Mora is fraai gelegen aan het Siljan meer. Dit meer ligt op de plek waar 377 miljoen jaar geleden een meteoor is ingeslagen, die een krater met een diameter van 52 kilometer heeft achtergelaten.
In de huidige tijd is Mora beter bekend als de finishplaats van Vasaloppet, de beroemde langlaufwedstrijd die jaarlijks wordt georganiseerd op de eerste zondag van maart. Als enthousiast langlaufer moet ik het museum als ik er toch ben, bezoeken.
In het museum maak ik kennis met het aantal tradities, die zo'n klassieke race omgeeft. En klassiek, dan bedoel ik niet alleen de techniek, de klassieke langlauf pas, maar ook de ontstaansgeschiedenis. De Vasaloppet dankt zijn naam aan Gustav Vasa. Deze Zweedse edelman was in 1520 op de vlucht voor de Deense bezetter gevlucht naar Mora. In Mora probeerde hij tevergeefs steun te vinden in zijn strijd tegen de Denen. Gustav vluchtte verder richting Noorwegen.
De finish van de Vasaloppet.
Door het Deense plan de belastingen te verhogen veranderden de inwoners van Mora van mening. Zij stuurden hun beste lopers achter Gustav aan, die Gustav bij Sälen hadden ingehaald. In 1523 na de Deense koning Christian II te hebben verslagen, werd Gustav Vasa gekroond tot koning van Zweden. Sindsdien is Zweden een onafhankelijke natie. Hoewel Gustav van Mora naar Sälen vluchtte, wordt de race nu in omgekeerde richting geskied.
In het museum een grote verzameling langlaufski's, was voor langlaufski's, langlaufkleding en heel veel foto's van winnaars uit vervlogen tijden ( voornamelijk Zweden en Noren, hier en daar een verdwaalde Rus ). In het museum is ook ruimte voor een andere traditie, de Blåbärssoppa, een warme bessendrank dat langs het parcours aan deelnemers wordt uitgereikt. Ik krijg enorm veel energie van de bessendrank, op mijn nauwelijks gevulde maag, voor de deelnemers is deze traktatie nog belangrijker, willen ze de totale afstand van maar liefst 90 kilometer binnen de tijdslimiet volbrengen.
De kerk van Mora
Na het bezoek aan het museum is het tijd voor een bezoek aan het stadje. Mora is een typisch Zweeds stadje, zonder enige smet, te zien. Centraal in de stad staat een veel te grote kerk, vanwege het feit dat deze kerk ooit de enige kerk was van Noord Dalarna en de zetel was van de parochie Mora. In het stadje neem ik een warme lunch van vis met aardappelen, waarna ik de hoognodige boodschappen voor mijn laatste vakantiedagen ga inslaan.
Winkelstraat Mora
Een plots opkomende bui noopt mij te vluchten naar de Mac Donalds. Hier vind ik stroom om mijn camera en telefoon op te laden, en broodnodig internet. Tijdens het wachten neem ik een stevige kop koffie.
Eenmaal terug op de camping eet ik mijn maaltijdsalade. 's Avonds geniet ik een Nederlands gezin van een kampvuur. Morgen verlaat ik deze camping, waarvan ik denk dat deze geen lang leven beschoren is. Het publiek is prima, maar er ontbreekt nog te veel. "Good places grow bad, bad places grow bankrupt", schreef Lonely Planet al. Het onvermijdelijke einde van mijn vakantie nadert nu snel.
Kampvuur aan het Örklingen meer

Dinsdag 19-07-2011

Terug naar de beschaving, naar Mora

Als ik opsta is het weer volledig omgeslagen. Wat een verschil met de gisteren. Met het ontbijt hak ik de knoop door. Ik ga vandaag weer verder rijden. Ik wil nog een hele dag in Mora hebben, en ook nog een dag extra voor Stockholm. Ik moet dus nu wel verder rijden, wil ik voor zaterdag alles gedaan hebben. Op het fornuis bak ik mijn laatste eieren, en eet deze buiten in de zon.
Camping Kilvamma
De Amerikaanse geeft gisteravond haar TV uitgepakt. De kartonnen doos staat nu leeg op de veranda van haar hutje.
De vrouw van de eigenaar is de verklaring voor de Poolse opschriften op het toilet. Zij is Poolse en met de Zweedse eigenaar getrouwd. Buiten het seizoen overnachten Poolse werknemers regelmatig in de hutjes op de camping. Haar man werkt in de winter in Noorwegen, waar de lonen veel hoger zijn dan in Zweden.
Op de vloer speelt een schattig jong meisje, hun Charm troll. Ik neem afscheid van de Poolse vrouw en haar Charm troll. Ik heb vandaag een enorm stuk rijden voor de boeg. Ongeveer 500 km naar Mora.
Ik rijd mijn laatste kilometers door het groene gordijn, d.w.z. eindeloze groene wouden, met daartussen een kaarsrechte weg. Bij Strömsund gaat de wereld weer open. De kraakhelder Zweeds dorp mooi gelegen aan het strakblauwe water van een meer. Als ik stop bij het kerkje van zie ik dezelfde Duitse camper, die ik gisteren al in Storuman zag staan. Rijdt dan iedereen dezelfde route?
Kerk van Strömsund
Ik ga verder door naar Östersund, totdat ik het benzinelampje zie branden. Geen paniek, ieder dorp heeft een pomp, en hier zijn meer dorpen, dan verder in het Noorden.
Nog een uur verder rijden, ben ik in Östersund. Hoewel de stad slechts 50.000 inwoners heeft, maakt de stad een veel grotere indruk. Dit is de enige stad, die ik in meer dan een week gezien heb. De stad is gastheer van de jaarlijkse biatlon wereldcup, een sneeuwzekere locatie, waar al eind november wedstrijden georganiseerd kunnen worden. Het stadion waar deze wedstrijden gehouden worden, heb ik niet gezien. Pas lang nadat ik de stad verlaten heb, zie ik in de verte het Storsjön, het 5e meer van Zweden met een oppervlakte van 464 vierkante kilometer. In het meer huist Storsjöoduret, een heus monster, dat hier in Zweden tussen 1986 en 2005 als beschermde diersoort gold. Dat deze Zweedse Nessie zich niet liet zien, verbaast mijn niet.
Na een bui in Sveg.





























Wat is dit land toch immens groot, nog 300 km te rijden tot Mora, 180 km tot aan Sveg. In Sveg is de Zweedse schrijver Henning Mankell, bekend van de Kurt Wallander reeks, opgegroeid. Het dorp heeft zelfs een heus Mankell museum, dat gesloten is, als ik voor de deur sta. Kort voor het binnenrijden van Sveg, kwam een hoosbui over. De hoosbui was weer snel voorbij, wat bleef was de mogelijkheid prachtige foto's van een opdrogend wegdek te maken. Het is over 5, ik heb nog meer dan 120 km te rijden naar Mora.
Het meer van Örklingen

Het is bijna half 8 als ik mijn bestemming bereik. Een mooi gelegen camping in Johannisholm aan het meer van Örklingen. De Nederlandse campingeigenaar spreekt mij in het Nederlands aan. "Het is de trend van deze tijd om laat aan te komen", voegt hij mij toe. Ik antwoord of ik nog welkom ben. Toch even checken. Ik kan kiezen uit een avontuurlijk plekje in het bos, maar mag zelf kiezen. Wat is er mooier dan een plekje bij het water. Er is geen keuken voor de gasten, en geen restaurant. Ik heb nog een wegwerp BBQ en een paar worsten. Vandaag dan maar opstoken. De kampeertafel aan de oever van het meer valt bijna van ellende uit elkaar. Toch maar morgen navragen. De worsten smaken uitstekend. Als ik 's nachts wakker word, om een plas te doen, zie ik de zon doorbreken. Hier is het eindelijk weer eens 's nachts echt donker. Tijd voor een prachtige foto.
Zonsopkomst aan het meer Örklingen

























Maandag 18-07-2011

Terug in Zweeds Lapland

Het is zwaar bewolkt als ik opsta. Om alles droog te houden, breek ik nog voor het ontbijt preventief mijn tent af. Het blijft droog als ik ontbijt. Tijd om te douchen, af te rekenen, en weg te rijden.
Via Mo I Rana rijd ik nu de bergen in naar Zweden. Onderweg haal ik een groep Noorse rolskiërs in. Zonder helm, zonder polsbescherming, zonder knie- en elleboogbescherming op de openbare weg. Zij durven meer dan ik. In hun voordeel, het gaat omhoog, dus rollen ze minder hard. Maar alles wat omhoog gaat moet ooit weer naar beneden.
Op de grens begint het te regenen. Eerst zachtjes, en daarna met bakken. Het is koud en guur, als ik ongemerkt door een tunnel Zweden binnen rijd. Een eindeloze weg ( de blauwe weg ) richting Storuman ligt nu voor mij.
In Tärnaby stop ik voor een welverdiende kop warme chocola. Tärnaby is bekend door de meervoudig olympisch- en wereldkampioenen op de ski Anja Pärson en Ingemar Stenmark.
Naar hen zijn skihellingen vernoemd, de Anja- en Ingemarbacken. Een hele eer in een wintersportland als Zweden. De chocola in het verkeersbureau stelt niet veel voor. Met water aangelengde choco- en melkpoeder, dat is het dan wel. De aanwezige lectuur vergoed veel. Mooie foto's.
Ingemar- en Anjabacken, Tärnaby.
Eenmaal terug in de auto houdt het op met zachtjes regenen. Ik begrijp nu goed waarom in dit zoveel meren liggen. Verder eindeloos veel bos, en water. Onderweg staat een sneeuwscooter op een stelling langs de weg. Als je het nog niet door hebt, hier wordt het 's winters echt koud.
Geen mens op de weg te vinden. Ik zet de auto langs de weg, om even een tukje te doen. De vochtige warmte in de auto, en het geloei van de ventilator, maakt mij rozig. Eenmaal uitgerust ga ik door naar Storuman. Het enig noemenswaardige gebouw in Storuman, de kerk is gesloten. Ik ben net te laat om de kerk te bekijken. De regen jaagt mij weer snel naar de auto. Buiten, op het parkeerterrein voor de kerk, staat een opvallende Duitse camper. Het zijn toch steeds die Nederlanders en Duitsers, die zover van huis vakantie vieren.
De kerk van Storuman
Even voorbij Storuman slaag ik erin een doodlopende weg in te rijden, die ik alleen achteruit kan verlaten. Niet echt handig, met nog een dikke 100 km voor de boeg naar mijn beoogde kampeerplek. De weg, de Europese weg 45 loopt vlak langs het spoor van de Inlandsbanan, een toeristische spoorweg dwars door de wouden van Lapland, van Östersund naar Gällivare.
Onderweg naar de camping passeer ik twee plaatsen met de schilderachtige namen Vilhelmina en Dorotea, beide genoemd naar Frederica Dorothea Wilhelmina van Baden, de gemalin van de Zweedse koning Gustav IV Adolf. Deze plaatsen zijn een welkome onderbreking in het eindeloze niets van Zweeds Lapland. Kort na Dorotea zie ik mijn camping voor vanavond, een vrijwel leeg terrein, met daarop slechts één auto, die van de Zweedse eigenaar.
Hutje op Kilvamma camping
Het regent nog steeds als ik een hutje voor de nacht huur. Eenmaal in mijn hutje roffelt de regen keihard op het dak van mijn hutje. Als ik nog twijfels had over de juistheid van mijn beslissing, is die twijfel per direct geheel verdwenen. Vannacht blijven mijn slaapzak en ik droog.
Ik vraag de eigenaar of hij wat te eten kan maken. Vanavond eet ik rendiervlees met Zweedse bessen, aardappelen en kool.
Tijdens het eten komt de oudere  Nederlander in de eetzaal. Hij was vanochtend helemaal vanuit de omgeving van Kiruna hierheen gereden. Een enorm eind rijden over die eindeloze Lapse wegen. Hierna komt een Amerikaanse met haar gevolg binnen. De Amerikaanse sleept een gigantische TV mee. Dat ding blijft gelukkig vanavond uit. Het eten gaat vergezeld met bier dat de eigenaar speciaal voor mij onder de toonbank vandaan plukt. Dit bier staat niet uiteindelijk niet op de rekening. Hij mocht zulk sterk bier helemaal niet verkopen.
Als ik terug naar mijn tent loop, is de Amerikaanse nog bezig haar TV in het hutje te wringen. Voor het slapen gaan kijk ik op mijn laptop een aflevering Wallander.
Interieur hutje
Bijzondere reclame voor een museum